Skelet van de hond

Hieronder een overzicht van het skelet van onze hond met de namen van enkele belangrijke beenderen.






 


 


 


 


 


 


Het skelet of geraamte bestaat uit : de schedel, een wervelkolom, een borstkas en de ledematen.


De schedel :  bestaat uit het schedeldak, schedelbasis en de aangezichtsschedel.

De schedel van jonge dieren bevat een fontanel, dit is een ruimte tussen de beenderen van het schedeldak.

Bij bepaalde rassen blijft het fontanel open, zoals bij de chihuahua.


We onderscheiden 3 schedelvormen :




de smalle, langgerekte schedel die vloeiend overgaat in de neusrug (schotse collie)






de korte, bolle schedel met een duidelijke knik tussen hersenschedel en de neusrug (bulldog)






de tussenvorm (rotweiler)


 




De wervelkolom : bestaat uit wervels en tussenwervelschijven.

De tussenwervelschijven zijn van vezelig kraakbeen gemaakt.


De borstkas : bestaat uit het borstbeen en de ribben.

Het borstbeen is een plat stuk bot, dat vlak onder de huid ligt en een aantal ribben met elkaar verbind.

Een hond heeft 13 paar ribben, waarvan 10 paar verbonden zijn met het borstbeen. Dit is een kraakbeenverbinding, kraakbeen is soepeler en zorgt dat de borst kan vergroten bij inademing. Aan de achterkant zitten de ribben vast aan de borstwervels.


De ledematen : bestaan uit verschillende botten.

Een voorpoot bestaat uit een schouderblad, een poot en een voet. 

Het schouderblad zweeft en wordt op zijn plaats gehouden door spieren (bij de mens hangt het schouderblad vast aan de beenderen van de borstkas)

doordat dieren geen sleutelbeen hebben is het schouderblad in zijn bewegingen beperkt.


Voorpoot :  de onderarm is verbonden met de bovenarm door middel van het ellebooggewricht, bestaat uit een spaakbeen en ellpijp.

In de pols zijn ze verbonden met 2 rijen handwortelbeentjes(in totaal 8 stuks). Deze beentjes vormen het polsgewricht, na het polsgewricht heeft het dier

een voorvoet en een achtervoet.


De voet bestaat uit langgerekte botjes. De tenen en teenkootjes verschilt per diersoort.

De hond heeft aan de voorvoet 4 functionele tenen en een duimpje.

Sommige honden hebben aan de achtervoeten ook een duimpje ( in de volksmond : wolfsklauw )


Bekkengordel : bestaat uit 2 heupbeenderen, het heiligbeen en de staartwervel.

de achterpoten vormen het voortstuwend systeem bij de hond.


Knie : in de knie zit een kraakbeenconstructie die het kniegewricht passend maakt.(meniscus)


Enkel : bij het enkelgewricht steekt het hielbeen uit. Net zoals bij het polsgewricht heeft het enkelgewricht meerdere botjes.

Over het hielbeen loopt de achillesspees.


De beenderen zijn opgebouwd uit bindweefsel (verkalkte fibreuze structuur), deze verkalking treedt progressief op tijdens het foetale leven

en de groeiperiode. De groeiperiode houdt lang aan bij pups van grote rassen. Daarom, geef de juiste voeding, en wees voorzichtig met toevoeging van kalk in de voeding om tekorten of overdaad te vermijden.




Klik op het hondje om terug te gaan