Nieuwe vaccinaties van de hond

Tegenover welke ziekte kan je je hond preventief beschermen door middel van een vaccinatie?


1. Ziekte van Carré (=Distemper of Hondenziekte)

2. Parvovirose (=Kattenziekte)

3. Hepatitis Contagiosa Canis

4. Leptovirose (=Rattenziekte of Ziekte vanWeil)

5. Parainfluenza virus

6. Bordetella (=Bacteriële kennelhoest)

7. Rabies (=Hondsdolheid)

8. Ziekte van Lyme



Vernieuwd vaccin tegen rattenziekte!

Rattenziekte (=Leptospirose, ziekte Van Weil) wordt veroorzaakt door een bacterie. Een besmetting kan leiden tot erge lever- en nierinfecties bij de hond, met mogelijk dodelijke afloop. De bacterie wordt overgedragen via urine van knaagdieren (ratten en muizen). Besmette honden kunnen elkaar, maar ook de mens besmetten via urine. Honden die in een omgeving vertoeven waar ratten voorkomen of in grachten of vijvers zwemmen, hebben dus een verhoogd risico.

Tot op heden werd je hond gevaccineerd tegen 2 stammen van rattenziekte. Vandaag is er een nieuw vaccin op de markt, dat in totaal bescherming biedt tegen 4 stammen van rattenziekte.

Pups worden vanaf nu standaard gevaccineerd met dit nieuw vaccin, maar ook voor volwassen honden is dit zeer belangrijk. Bij de jaarlijkse controle en vaccinatie zullen we je volwassen hond vanaf heden ook vaccineren met het nieuw vaccin. Opdat het nieuw vaccin optimaal gaat werken, is het essentieel dat dit 3 weken later herhaald wordt. Nadien is een jaarlijkse vaccinatie voldoende.



Bescherm je hond tegen de ziekte van Lyme!

De ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door de spirocheet Borrelia Burgdorferi. Deze spirocheet wordt overgedragen door een bepaalde tekensoort, Ixodes, die zowel voorkomt op zoogdieren, als op knaagdieren, herten en egels. Ook mensen kunnen ziek worden na een beet met een besmette teek.

Honden kunnen maanden tot jaren na besmettng geen enkele klacht vertonen. Pas later kunnen er klachten komen van vermoeidheid, slechte eetlust, koorts, intermitterende kreupelheid, met stijve gang en gezwollen gewrichten. Eveneens kan de hartspier, de nieren en het centraal zenuwstelsel worden aangetast.

Er is eindelijk een vaccin op de markt dat de hond beschermt tegen deze ziekte:

De hond moet minimaal 3 maand oud zijn op moment van vaccinatie.

Het vaccin moet, bij opstart, 2x herhaald worden met een interval van 3 weken, nadien moet het vaccin jaarlijks worden herhaald.

Een maand na de 2de vaccinatie zal een goede afweer opgebouwd zijn tegen de ziekte.

Gezien teken vnl voorkomen van maart tot november, is het ideaal de vaccinatie op te starten in de winter.

Het vaccin mag niet gecombineerd worden met andere vaccinaties



Bron : Dierenartsenpraktijk :  St. Gillis en Beveren /  www.vanpuyvelde-dhondt.be





Klik op het hondje om terug te gaan